zegt…
Les Bepaler deux 2 Cijfer premiers Bijvoeglijk naamwoord de Adpositie chaque Bepaler groupe Zelfstandig naamwoord se Voornaamwoord qualifient Werkwoord pour Adpositie le Bepaler tour Zelfstandig naamwoord final Bijvoeglijk naamwoord .
Bepaler
2
Cijfer
Bijvoeglijk naamwoord
Adpositie
Bepaler
Zelfstandig naamwoord
Voornaamwoord
Werkwoord
Adpositie
Bepaler
Zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
De eerste twee van elke groep komen in aanmerking voor de laatste ronde. De eerste twee van elke groep komen in aanmerking voor de laatste ronde .
Woorden en zinnen
les
-
- plural of le: the
- plural of la: the
2
deux
two
de
-
- of (expresses belonging)
- of (used to express property or association)
- from (used to indicate origin)
- of (indicates an amount)
- used attributively, often translated into English as a compound word
- from (used to indicate the start of a time or range)
- used after certain verbs before an infinitive, often translated into English as a gerund or an infinitive
- by (indicates the amount of change)
chaque
- each
- every
groupe
group
se
- The third-person reflexive and reciprocal direct and indirect object pronoun.
- The third-person reflexive and reciprocal direct and indirect object pronoun.
- The third-person reflexive and reciprocal direct and indirect object pronoun.
- The third-person reflexive and reciprocal direct and indirect object pronoun.
- The third-person reflexive and reciprocal direct and indirect object pronoun.
- The third-person reflexive and reciprocal direct and indirect object pronoun.
- The second-person plural reflexive and reciprocal direct and indirect object pronoun.
le
-
- the (definite article)
- Used before abstract nouns; not translated in English.
- Used before the names of most countries, many subnational regions, and other geographical names including names of lakes and streets; not translated into English in most cases.
- the; my, your, etc.
- a, an, per
- on
final
- final (last)
- expressing purpose