realidade

Betekenis

1. (feminine,uncountable) reality (entirety of all that is real)
2. (feminine,uncountable) reality (state of being actual or real)
3. (feminine) real life (life outside of a contrived or fantastical environment)
4. (feminine) social condition

Met koppelteken als

re‧a‧li‧da‧de

Geslacht

♀️ Vrouwelijk

Uitgesproken als (IPA)

/ʁe.a.liˈda.d͡ʒi/

Etymologie

From real (“real”) + -idade (“-ity”).

Zinnen

E isso é uma realidade .

En dit is een realiteit.

E essa é a realidade .

En dat is de realiteit.

Qual foi a realidade mais interessante que você ouviu ?

Wat was de meest interessante realiteit die je hoorde?

A realidade é muito diferente , pois há tarefas muito definidas com seus respectivos responsáveis .

De realiteit is heel anders, omdat er zeer gedefinieerde taken zijn met hun respectieve verantwoordelijke.