programa

Betekenis

Noun

1. (masculine) program
2. (masculine) program
3. (masculine,relational) schedule, plan
4. (Brazil,informal,masculine,relational) schedule, plan
5. (Brazil,colloquial,masculine) trick (act of prostitution; the time that a prostitute spends with a client in exchange for money)

Verb

1. (form-of,indicative,present,singular,third-person) inflection of programar:
2. (form-of,imperative,second-person,singular) inflection of programar:

Met koppelteken als

pro‧gra‧ma

Uitgesproken als (IPA)

/pɾoˈɡɾɐ̃.mɐ/

Etymologie

Learned borrowing from Late Latin programma, from Ancient Greek πρόγραμμα (prógramma).

Zinnen

Ele reduzirá o tempo necessário para o nosso programa na inicialização .

Het zal de benodigde tijd verminderen voor ons programma bij het opstarten.

Por favor , procure o programa de televisão Jenny of the Prairie.

Zoek naar de televisieshow Jenny of the Prairie.