atravessa

Betekenis

  1. (form-of,indicative,present,singular,third-person) inflection of atravessar:
  2. (form-of,imperative,second-person,singular) inflection of atravessar:

Frequentie

C2
Met koppelteken als
a‧tra‧ves‧sa
Uitgesproken als (IPA)
/a.tɾaˈvɛ.sɐ/
Nieuw
atravessar

  1. (transitive) to put across
  2. (transitive) to pass through
  3. (transitive) to cross
  4. (transitive) to put forth
  5. (figuratively) to support; to suffer
  6. (figuratively) to torment
  7. (figuratively) to monopolize
  8. (pronominal) to get across
  9. (pronominal) to intrude
  10. (pronominal) to interfere to hinder; oppose; prevent

Markeer dit

Portugees

Begin met het leren van Portugees met learnfeliz .

Oefen het spreken en onthouden van " atravessa " en vele andere woorden en zinnen in Portugees .

Ga naar onze Portugees cursuspagina

Notes

Sign in to write sticky notes