Woordenboek
wystarczy
Betekenis
third-person singular future of wystarczyć
Met koppelteken als
wys‧tar‧czy
Uitgesproken als (IPA)
/vɨsˈtar.t͡ʂɨ/
wystarczyć
- to suffice, to be enough, to do (to occur in sufficient quantity or degree) [+dative = for whom], [+genitive = enough of what], [+ na (accusative)] or [+ do (genitive) = for what], [+ żeby (past tense/infinitive)] or [+infinitive = to do what]
- to suffice, to be enough, to do (to be a sufficient cause or reason) [+ żeby (past tense/infinitive)] or [+infinitive = to do what]
- to do (to be a sufficient replacement) [+dative = for whom], [+ za (accusative) = for what]
- (obsolete) to manage (to be able to do) [+dative]
- (obsolete) to afford (to have enough money for) [+ na (accusative) = for what]
Begin met het leren van Pools met learnfeliz .
Oefen het spreken en onthouden van " wystarczy " en vele andere woorden en zinnen in Pools .
Ga naar onze Pools cursuspaginaZinnen