B2

potrafią

Betekenis

third-person plural present of potrafić

Met koppelteken als
pot‧ra‧fią
Uitgesproken als (IPA)
/pɔtˈra.fjɔw̃/
potrafić

  1. to know how, to be able to, can (to have enough skill, strength, means, or ability to do something) [+infinitive = to do what]
  2. to be able to, can (to be designed for something) [+infinitive = to do what]
  3. to be able to, can (to do something regularly, usually considered negative by the speaker) [+infinitive = to do what]
  4. to be able to, can (to go to certain limits in one's behavior or to reach a certain state) [+infinitive = to do what]

Pools

Begin met het leren van Pools met learnfeliz .

Oefen het spreken en onthouden van " potrafią " en vele andere woorden en zinnen in Pools .

Ga naar onze Pools cursuspagina
Zinnen
Nie   mają   zdolności  organizacyjnych  i
  dlatego   nie   potrafią   organizować   rzezi .

Ze hebben geen organisatorische vaardigheden en kunnen daarom geen slachting organiseren.

Comments