vuur

Betekenis (Engels)

Noun

1. (neuter) fire
2. (neuter) heater
3. (informal,neuter) a lighter
4. (neuter) the act of firing with firearms, explosives or less commonly other projectile weapons; fire

Adj

great, amazing, extraordinary, dope

Verb

1. (first-person,form-of,indicative,present,singular) inflection of vuren:
2. (form-of,indicative,present,second-person,singular) inflection of vuren:
3. (form-of,imperative) inflection of vuren:

Synoniemen

gloed

ambitie

ijver

vlam

opwinding

heftigheid

onstuimigheid

verve

sappigheid

spirit

fik

geestdrift

brand

pittigheid

vervoer

vervoering

beschieting

geijl

hartstocht

fornuis

vuurzee

delirium

stoof

transport

vlammenzee

Uitgesproken als (IPA)

/vyr/

Etymologie (Engels)

From Middle Dutch vuur, from Old Dutch fuir, from Proto-West Germanic *fuir, from Proto-Germanic *fōr, ultimately from Proto-Indo-European *péh₂wr̥. The adjectival slang sense is a calque of the slang sense of English fire.

Zinnen

Het ontbreken van een kadaster is echter olie op het vuur .

However, the lack of a land registry is oil on fire.