wijd

Betekenis

Frequentie

C1
Etymologie

From Middle Dutch wijt, from Old Dutch wīdo, from Proto-Germanic *wīdaz. Compare Low German wied, West Frisian wiid, German weit, English wide, Danish vid.

Nieuw
wijden

  1. to dedicate, devote
  2. to inaugurate
  3. to bless, sanctify

Nederlands

Begin met het leren van Nederlands met learnfeliz .

Oefen het spreken en onthouden van " wijd " en vele andere woorden en zinnen in Nederlands .

Ga naar onze Nederlands cursuspagina

Notes

Sign in to write sticky notes

Questions