wet

Betekenis (Engels)

Noun

1. (feminine) law (rule)
2. (feminine) law (body of rules declared and/or enforced by a government)
3. (feminine) law of nature

Verb

1. (first-person,form-of,indicative,present,second-person,singular,third-person) inflection of wetten:
2. (form-of,imperative) inflection of wetten:

Concepten

wet

theorema

bevelschrift

edict

akte

wetgeving

order

recept

verordening

jurisprudentie

Uitgesproken als (IPA)

/ʋɛt/

Etymologie (Engels)

From Middle Dutch wet, wette, wit, weet, from Old Dutch witat, witut (“rule, law”), from Proto-Germanic *witōþą (“law”).

Zinnen

Nood breekt wet .

Necessity knows no law.

De politieagent volgde de wet tot op de letter .

The police officer followed the law to the letter.

Wij weten dat deze wet in principe een zeer ruime toepassing moet krijgen .

We know that in principle this law should have a very wide scope.