wandelen
Betekenis (Engels)
- to stroll, be on a walk (‘to go for a walk’ = ‘gaan wandelen’)
- to walk
Concepten
wandelen
lopen
slenteren
stappen
kuieren
wandeling
gaan
spankeren
uitgaan
dwalen
ronddwalen
rondlopen
rondwandelen
zwerven
drentelen
trippelen
aan de wandel zijn
tippelen
tippel
flaneren
rondslenteren
zich vertreden
Frequentie
Etymologie (Engels)
From Middle Dutch wandelen, from Old Dutch *wandalon, from Proto-West Germanic *wandalōn.
'%3e%3c/path%3e%3c/g%3e%3cdefs%3e%3cmarker%20markerWidth='4.5'%20markerHeight='4.5'%20refX='2.25'%20refY='2.25'%20viewBox='0%200%204.5%204.5'%20orient='auto'%20id='SvgjsMarker4023'%3e%3cpolygon%20points='0,4.5%201.5,2.25%200,0%204.5,2.25'%20fill='white'%3e%3c/polygon%3e%3c/marker%3e%3c/defs%3e%3c/svg%3e)
Begin met het leren van Nederlands met learnfeliz .
Oefen het spreken en onthouden van " wandelen " en vele andere woorden en zinnen in Nederlands .
Ga naar onze Nederlands cursuspagina
