rekenen

Betekenis (Engels)

1. (intransitive) to calculate, to do arithmetic
2. (transitive) to count [with tot ‘as (belonging to)’; or with als ‘as’], to consider (something) an example
3. (intransitive,transitive) to appraise, to reckon, to evaluate
4. (intransitive) to rely, to count
5. (transitive) to charge, to determine or request a payment

Concepten

rekenen

tellen

berekenen

calculeren

eisen

opeisen

vereisen

vergen

voorschrijven

vorderen

uitrekenen

uitwerken

aanvragen

bestellen

inroepen

verzoeken

vragen

algebra

geometrie

wiskunde

hopen

vertrouwen

zich verlaten

factureren

in rekening brengen

optellen

arimetica

aritmetica

cijferen

cijferkunst

rekenkunde

rekenkunst

Met koppelteken als

re‧ke‧nen

Uitgesproken als (IPA)

/ˈreːkənə(n)/

Etymologie (Engels)

From Middle Dutch rēkenen, from Old Dutch *rekanon, from Proto-Germanic *rekanōną, indirectly derived from Proto-Indo-European *h₃reǵ-.