stuk

Betekenis

Noun

1. (neuter) a piece, part, share (of a whole)
2. (neuter) a theatrical piece, play, skit
3. (neuter) a document (especially official)
4. (neuter) a playing piece
5. (neuter) a piece, one of the playing pieces in chess usually excluding pawns
6. (colloquial,neuter) a hottie, babe, attractive person (of any gender)

Adj

broken, rendered useless; out of order

Uitgesproken als (IPA)

/stʏk/

Etymologie

From Middle Dutch stucke, stuc, from Old Dutch *stukki, from Proto-West Germanic *stukkī, from Proto-Germanic *stukkiją. Cognate with German Stück, dialectal English steck and borrowed shtick.

Zinnen

Dit gaat een stuk moeilijker worden .

This is going to be more difficult.

Ontbijt is meestal een stuk eerder dan dit dacht ze .

Breakfast is usually a lot earlier than this she thought.

Zijn paraplu had geen effect in de storm aangezien hij na een paar minuten al stuk was .

His umbrella had no effect in the storm as it broke after just a few minutes.

De snelheid werd op dat stuk constant overschreden .

The speed was constantly exceeded on that piece.

Onze droogkast is weeral stuk .

Our dryer is broken again.

Hij dacht dat zijn scheerapparaat stuk was , maar hij was gewoon vergeten om de stekker erin te steken .

He thought his shaver was broken, but he just forgot to plug it in.

Zij kent dat stuk uit de Koran vanbuiten.

She knows that part of the Qur 'an from the outside.