slachten
Betekenis (Engels)
to slaughter
Concepten
slachten
afslachten
omhakken
slopen
uitputten
vellen
verslaan
afmaken
afbreken
afhakken
afhouwen
afkappen
afleggen
aflopen
bedaren
bevangen
de moed ontnemen
delven
deprimeren
doden
doodmaken
doodschieten
doorgaan
fnuiken
fusilleren
gaan door
geruststellen
kalmeren
kappen
kleinmaken
neerdrukken
neerhalen
neerkomen
neerslachtig maken
neervellen
ombrengen
omkappen
ontmoedigen
opduikelen
opgraven
overwinnen
putten uit
rooien
terneerdrukken
uitgraven
vernederen
verootmoedigen
verzwakken
winnen
wippen
zegevieren
afmatten
afslaan
aftrekken
korten
korting geven
neerschieten
neerslaan
omvallen
Frequentie
Uitgesproken als (IPA)
/ˈslɑxtə(n)/
Etymologie (Engels)
From Middle Dutch slachten, from Old Dutch *slahton, from Proto-Germanic *slahtōną, related to *slahaną (“to hit, strike”). Cognate with German schlachten.
Verbeter je uitspraak
Begin met het leren van Nederlands met learnfeliz .
Oefen het spreken en onthouden van " slachten " en vele andere woorden en zinnen in Nederlands .
Ga naar onze Nederlands cursuspagina
Notes
Sign in to write sticky notes
Questions