nogal

Betekenis

rather, quite

Met koppelteken als

nog‧al

Uitgesproken als (IPA)

/nɔˈɣɑl/

Etymologie

From Middle Dutch nochal, equivalent to a univerbation of nog + al.

Zinnen

Onze kinderen zijn nogal verschillend van elkaar .

Our children are quite different from each other.

Zoals zo vaak gaat het om een nogal delicaat evenwicht .

As so often, it's about a rather delicate balance.

Ze was nogal stellig over haar overtuigingen .

She was quite firm about her beliefs.