maat

Betekenis (Engels)

  1. (feminine) measure, size
  2. (feminine) rhythm, beat

Concepten

maat

kameraad

makker

grootte

kornuit

ritme

compagnon

mate

afmeting

vriend

beleid

tact

gezel

metgezel

partner

gabber

maatje

omvang

hoeveelheid

eenheid

begeleider

dimensie

kerel

broer

bestek

coupe

figuur

gestalte

lichaamsbouw

postuur

statuur

uitgebreidheid

maatstok

meetlat

strijdmakker

vent

scheepsmaat

gast

maatstaf

kloris

vriendinnetje

gezellin

meisje

vriendin

echtgenoot

echtgenote

eega

gade

gemaal

gemalin

man

vrouw

aantal

sterkte

formaat

kwantiteit

tal

genoot

hulpje

slapie

ambtgenoot

collega

Frequentie

A2
Uitgesproken als (IPA)
/maːt/
Etymologie (Engels)

From older mate, which still exists in parallel with this form. From Middle Dutch mate, from Old Dutch *māta, from Proto-Germanic *mētō.

Nederlands

Begin met het leren van Nederlands met learnfeliz .

Oefen het spreken en onthouden van " maat " en vele andere woorden en zinnen in Nederlands .

Ga naar onze Nederlands cursuspagina

Notes

Sign in to write sticky notes

Questions