onderhoud

Betekenis (Engels)

Noun

1. (neuter,uncountable) maintenance
2. (neuter,uncountable) overhaul
3. (neuter,uncountable) audience (formal meeting)
4. (neuter,uncountable) basic needs

Verb

1. (first-person,form-of,indicative,present,singular) inflection of onderhouden (“to maintain”):
2. (form-of,indicative,present,second-person,singular) inflection of onderhouden (“to maintain”):
3. (form-of,imperative) inflection of onderhouden (“to maintain”):
4. first-person singular dependent-clause present indicative of onderhouden (“to submerge”)

Concepten

onderhoud

opknapbeurt

bestel

bestuur

bewind

gedrag

heerschappij

houding

leiding

manieren

regering

rondleiding

verpleging

verzorging

conversatie

gesprek

levensonderhoud

revisie

overleg

het in stand houden

dagelijks brood

audientie

handhaving

herziening

alimentatie

broodwinning

opwaartse druk

stijgkracht

Etymologie (Engels)

Conjugated form of onderhouden, turned into a noun.

Zinnen

Zij is verantwoordelijk voor het onderhoud van de vaten .

She is responsible for the maintenance of the drums.