onderwerp

Betekenis (Engels)

Noun

1. (neuter) subject, topic
2. (neuter) subject (of a sentence)

Verb

1. (first-person,form-of,indicative,present,singular) inflection of onderwerpen:
2. (form-of,indicative,present,second-person,singular) inflection of onderwerpen:
3. (form-of,imperative) inflection of onderwerpen:

Concepten

onderwerp

object

ding

mikpunt

voorwerp

thema

stof

apropos

topic

subject

lijdend voorwerp

rode draad

bericht

inhoud

mededeling

aangelegenheid

affaire

zaak

sujet

tema

motief

draad

materie

begrip

denkbeeld

gedachte

idee

mening

boodschappen

boodschap

iets actueels

Etymologie (Engels)

From onder + werpen, a calque of Latin subiectum.

Zinnen

Het onderwerp is belangrijk .

The subject is an important one.

Ik weet dat dit moeilijke onderhandelingen zijn geweest over een technisch en complex onderwerp .

I know this has been a difficult negotiation and the subject matter is technical and complex.

Het derde onderwerp dat ik wil vermelden , is ontwikkelingshulp.

The third point I would like to mention concerns aid.

De meningen over dat onderwerp zijn niet onverdeeld.

The opinions on that subject are not undivided.