karakter

Betekenis (Engels)

1. (neuter) a character, standardized graphic symbol, such as a letter of an alphabet or a numeric digit
2. (neuter) a character; a role, often conventionalised, in theatre
3. (neuter) a nature, a character
4. (neuter) a character, a person's psychological characteristics; especially guts, backbone
5. (neuter,obsolete) a magical mark, a witch's mark

Concepten

karakter

aard

letter

geaardheid

natuur

wezen

letterteken

temperament

persoonlijkheid

boekstaaf

gemoed

geslacht

ras

soort

type

Met koppelteken als

ka‧rak‧ter

Geslacht

Onzijdig

Uitgesproken als (IPA)

/ˌkaːˈrɑk.tər/

Etymologie (Engels)

From Middle Dutch caracter, from Middle French caractère, from Old French caractere, from Latin character, from Ancient Greek χαρακτήρ (kharaktḗr).

Zinnen

Woedeaanvallen zitten nu eenmaal in zijn karakter .

Anger attacks are in his character.

Van belang is ook het universele en ondeelbare karakter van die rechten .

It is also important to stress the universal and indivisible nature of those rights.