denken

Betekenis (Engels)

to think

Concepten

denken

nadenken

geloven

menen

vinden

peinzen

voorspellen

vermoeden

overdenken

gissen

interpreteren

maken

herinneren

bedoelen

imagi

inbeelden

verbeelden

afvragen

veronderstellen

aannemen

mentaliteit

van plan zijn

van mening zijn dat

aan

doen

iets

van mening zijn

aantreffen

bevinden

constateren

ontmoeten

tegemoet treden

tegenkomen

treffen

vaststellen

verkeren

voorkomen

zich bevinden

zich ophouden

bedenken

fantaseren

zich verbeelden

bekwamen

beschouwen

de hersens inspannen

de hersens laten werken

het hoofd gebruiken

mediteren

overpeinzen

overwegen

reflecteren

rekenen tot

speculeren

voorstellen

beoordelen

oordelen

schatten

argwaan koesteren

achten

bezien

waarnemen

assumeren

bevroeden

presumeren

vooronderstellen

Met koppelteken als

den‧ken

Uitgesproken als (IPA)

/ˈdɛŋkə(n)/

Etymologie (Engels)

From Middle Dutch denken, from Old Dutch thenken, from Proto-West Germanic *þankijan, from Proto-Germanic *þankijaną, from Proto-Indo-European *teng-.

Zinnen

Er zijn mensen die denken dat het economisch beleid uitsluitend een nationale kwestie is .

There are those who think that economic policy is a purely national matter.

Het zou ook zinvol zijn te denken aan speciale opleidingen .

It would also be useful to think of special training courses.

Bij het gemeenschappelijk landbouwbeleid denken we aan grootschalige landbouw .

When we think of the common agricultural policy, we think of large-scale agriculture.