broek

Betekenis (Engels)

(feminine) a pair of trousers, pair of pants
(diminutive,feminine) a pair of underpants or pants (underwear), bottom part of underwear or swimwear (especially for women)

pantalon

lange broek

moerasland

beenbedekking

Frequentie

Uitgesproken als (IPA)

/bruk/

From Middle Dutch broec, from Old Dutch *bruoc, from Proto-West Germanic *brōk.

Markeer dit

Verbeter je uitspraak

Arrow pointing to the button

Nederlands

Begin met het leren van Nederlands met learnfeliz .

Oefen het spreken en onthouden van " broek " en vele andere woorden en zinnen in Nederlands .

Ga naar onze Nederlands cursuspagina

Notes

Sign in to write sticky notes

Zinnen

Hij draagt een korte broek .

He's wearing shorts.

Ik oordeel niet
🚫

, maar die broek staat je niet
🚫

.

I don't judge, but those pants don't suit you.

Zijn broek was nat nadat hij in een plas water
🚰

was gestapt .

His pants were wet after stepping into a puddle of water.

Er stak een nagel uit aan
🔛

de stoel
🪑

en nu zat er een groot gapend gat in mijn broek .

There was a nail sticking out of the chair, and now there was a big gaping hole in my pants.

Questions