beëindigen

🔚
Betekenis (Engels)

  1. (transitive) to end, to finish, to conclude
  2. (transitive) to put a stop to

Concepten

beëindigen

afsluiten

afmaken

eindigen

stoppen

ophouden

besluiten

stilleggen

voleindigen

uitmaken

afwerken

sluiten

afbreken

einde

aflopen

aflaten

uitscheiden

aborteren

uitgaan

uitlopen

uitraken

verlopen

wijken

opheffen

stopzetten

finaliseren

uitroeien

termineren

doden

voltooien

onderbreken

doen mislukken

opbreken

staken

stelpen

klaarkomen met

volbrengen

verlaten

stop zetten

afrasteren

omheinen

declameren

opzeggen

voordragen

sterven

ten einde lopen

aan zijn gerief komen

een orgasme hebben

opgebruiken

heengaan

dooddoen

ombrengen

opmaken

culmineren

oprijen

Frequentie

B2
Met koppelteken als
be‧ein‧di‧gen
Uitgesproken als (IPA)
/bəˈɛi̯ndəɣə(n)/
Etymologie (Engels)

From be- + eindigen, replacing earlier beënden.

Markeer dit

Verbeter je uitspraak

Nederlands

Begin met het leren van Nederlands met learnfeliz .

Oefen het spreken en onthouden van " beëindigen " en vele andere woorden en zinnen in Nederlands .

Ga naar onze Nederlands cursuspagina

Notes

Sign in to write sticky notes

Questions