bakkerij

Betekenis

1. (feminine) a bakery
2. (dated,feminine) the act of baking

Met koppelteken als

bak‧ke‧rij

Geslacht

♀️ Vrouwelijk

Uitgesproken als (IPA)

/bɑkəˈrɛi̯/

Etymologie

From the stem of bakken (“to bake”) + -erij (“-ery”). Or alternatively, from bakker (“baker”) + -ij (“-y”). See also the usage notes at -erij. Cognate with English bakery, and German and Luxembourgish Bäckerei (“bakery”).

Zinnen

In de bakkerij rook het naar vers gebakken brood .

In the bakery, it smelled like freshly baked bread.