bonk

Betekenis (Engels)

Frequentie

30k
Uitgesproken als (IPA)
/bɔŋk/
Etymologie (Engels)

From Middle Dutch bonc, bonck, bunck (“bone”), from Old Dutch *bunko, from Proto-Germanic *bunkô (“pile, heap, lump”). Cognate with West Frisian bonke (“bone”), Saterland Frisian Bunke (“bone”), German Low German Bunk (“bone”), Icelandic buna (“ox-bone”).

Nieuw
bonken

  1. (ergative) to bang, to smash
  2. (intransitive,vulgar) to fuck, to bang

Markeer dit

Verbeter je uitspraak

Schrijf dit woord

Nederlands

Begin met het leren van Nederlands met learnfeliz .

Oefen het spreken en onthouden van " bonk " en vele andere woorden en zinnen in Nederlands .

Ga naar onze Nederlands cursuspagina

Notes

Sign in to write sticky notes

Questions