afbreken

Betekenis

  1. (ergative) to break off
  2. (transitive) to demolish, to break down
  3. (ergative) to decompose
  4. (ergative) to cut short, to abort, to end

Frequentie

C1
Met koppelteken als
af‧bre‧ken
Uitgesproken als (IPA)
/ˈɑvˌbreːkə(n)/
Etymologie

From Middle Dutch afbreken. Equivalent to af + breken.

Markeer dit

Verbeter je uitspraak

Nederlands

Begin met het leren van Nederlands met learnfeliz .

Oefen het spreken en onthouden van " afbreken " en vele andere woorden en zinnen in Nederlands .

Ga naar onze Nederlands cursuspagina

Notes

Sign in to write sticky notes

Questions