aanstellen

Betekenis (Engels)

1. (transitive) to appoint, to commission, to name for a role
2. (reflexive) to behave in an exaggerating, immature manner (e.g. childishly, with excessive emotionality, a sense of victimhood, or entitlement, etc.); to attitudinize
3. (obsolete,transitive) to put in place, to set up, to install

Concepten

aanstellen

benoemen

aannemen

aanwijzen

in dienst nemen

aanwerven

aandoen

ondernemen

uitvoeren

nomineren

Met koppelteken als

aan‧stel‧len

Uitgesproken als (IPA)

/ˈaːnˌstɛlə(n)/

Etymologie (Engels)

From Middle Dutch aenstellen. Equivalent to aan + stellen.