histoire

Betekenis

1. story
2. history
3. (informal) lie, fantasy, invention
4. misadventure

Geslacht

♀️ Vrouwelijk

Uitgesproken als (IPA)

/is.twaʁ/

Etymologie

From Middle French histoire, from Old French istorie (ca. 1100), borrowed from Latin historia, itself from Ancient Greek ἱστορία (historía).

Zinnen

Il y devient assistant en histoire de la philosophie .

Hij werd assistent in de geschiedenis van de filosofie.

Le roman est consacré à une histoire d'amour entre deux femmes , Siliki et Ada .

De roman is gewijd aan een liefdesverhaal tussen twee vrouwen, Siliki en Ada.

C’est la fin d’une intrigue , d’une enquête , le résultat final d’une histoire .

Dit is het einde van een intriges, een onderzoek, het eindresultaat van een verhaal.