discipline

Betekenis (Engels)

Noun

1. discipline, sanction
2. discipline, self-control
3. discipline, branch

Verb

1. inflection of discipliner:
2. inflection of discipliner:

Concepten

discipline

tucht

branche

tak

vak

orde

beheersing

tuchtiging

tuchtstraf

vakgebied

gesel

Uitgesproken als (IPA)

/di.si.plin/

Etymologie (Engels)

Borrowed from Latin disciplīna.

Zinnen

Le pays a qualifié un athlète de sexe masculin dans cette discipline .

Het land heeft in deze discipline een mannelijke atleet genoemd.