chacun

Betekenis

1. each, each one
2. every, everyone

Geslacht

♂️ Mannelijk

Uitgesproken als (IPA)

/ʃa.kœ̃/

Etymologie

Inherited from Middle French chascun, from Old French chascun, from Vulgar Latin *cascunum, *casquunum, a conflation of quisque unum (“each one”) + *cata unum, a variant form showing a derivative of Ancient Greek κατά (katá) (this variant form survived into Old French as chaün). Compare Occitan cadun, chascun, Catalan cadascun, Italian ciascuno.

Zinnen

Je vous prie de limiter votre intervention à trente secondes chacun .

Beperk uw interventie tot elk dertig seconden.

Chacun aurait donc un savoir immédiat de l'immédiat.

Iedereen zou daarom onmiddellijke kennis van de onmiddellijke hebben.

Chacun de ces sentiers , long de plusieurs milliers de kilomètres , traverse plusieurs pays européens .

Elk van deze paden, enkele duizenden kilometers lang, kruist verschillende Europese landen.