probar

Betekenis (Engels)

1. to prove
2. to test, to demonstrate
3. to taste, to try
4. to try, to try out, to sample, to test out, to give a go, to have a go
5. to check out, to probe
6. to suit
7. to try out (for a team)
8. (reflexive,usually) to try on, see if it fits
9. (reflexive) to prove oneself
10. (reflexive) to be tested, to be proved, to be proven

Concepten

proberen

bewijzen

aantonen

staven

aanpassen

beproeven

passen

uitproberen

proeven

toetsen

smaken

adstrueren

uitwijzen

waarmaken

pogen

vaststellen

certificeren

getuigen

testen

uittesten

rechtvaardigen

manifesteren

tentoonstellen

moeite doen

najagen

nastreven

ondernemen

rondzien naar

streven

trachten

zich inspannen

zoeken

zorgen

bekrachtigen

onderbouwen

zegelen

Met koppelteken als

pro‧bar

Uitgesproken als (IPA)

/pɾoˈbaɾ/

Etymologie (Engels)

Inherited from Old Spanish provar, from Latin probāre.

Zinnen

Los visitantes pueden tocar , leer y probar casi todo .

Bezoekers kunnen bijna alles spelen, lezen en proberen.