arma
Betekenis
-
weapon, arm
Frequentie
Met koppelteken als
ar‧ma
Uitgesproken als (IPA)
/ˈaɾma/
Etymologie
Inherited from Old Spanish arma, from Late Latin arma (“weapon”), from Latin arma (“defensive arms”), from Proto-Indo-European *h₂(e)rmos (“fitting”), from the root *h₂er- (“to join”).
Nieuw
armar
- to arm (supply with weapons)
- to arm (provide with tools or skills)
- to assemble
- to organize, get going
- to provoke; stir up
- to set up; instal
- to load (a weapon)
- (reflexive) to stock up
- (reflexive) to balk
- (reflexive) to pluck up
Begin met het leren van Spaans met learnfeliz .
Oefen het spreken en onthouden van " arma " en vele andere woorden en zinnen in Spaans .
Ga naar onze Spaans cursuspagina
Notes
Sign in to write sticky notes