agudo

Betekenis (Engels)

1. sharp, pointed, acute (terminating in a point or edge, especially one that can cut easily)
2. acute, sharp, witty, keen (intelligent)
3. sharp, stabbing, acute, severe
4. acute (sudden and intense)
5. acute, sharp (sensitive)
6. high, high-pitched, shrill, sharp, piercing
7. acute
8. having the voiced accent on the last syllable
9. acute (less than 90 degrees)

Concepten

scherp

bijtend

doordringend

fel

guur

schel

schril

snerpend

acuut

ad rem

gevat

snedig

geestig

hatelijk

snijdend

vlijmend

puntig

spits

fijn

gekuist

spitsvondig

subtiel

helder

geestelijk

mentaal

zuur

bitter

druk

kras

kwiek

levendig

opgewekt

rap

tierig

vief

wakker

bits

snibbig

kruidig

pikant

prikkelend

merkwaardig

op de voorgrond tredend

opmerkelijk

prominent

uitstekend

vooruitstekend

plotseling en hevig

gevoelig

stekend

hoog

vooruitstrevend

gescherpt

Met koppelteken als

a‧gu‧do

Uitgesproken als (IPA)

/aˈɡudo/

Etymologie (Engels)

Inherited from Old Spanish, from Latin acūtus. Cognate with English acute.