result

Betekenis (Engels)

Verb

1. To proceed, spring up or rise, as a consequence, from facts, arguments, premises, combination of circumstances, consultation, thought or endeavor.
2. To have as a consequence; to lead to; to bring about
3. To return to the proprietor (or heirs) after a reversion.
4. (obsolete) To leap back; to rebound.

Noun

1. That which results; the conclusion or end to which any course or condition of things leads, or which is obtained by any process or operation; consequence or effect.
2. The final product, beneficial or tangible effect(s) achieved by effort.
3. The decision or determination of a council or deliberative assembly; a resolve; a decree.
4. (obsolete) A flying back; resilience.
5. The final score in a game.
6. A positive or favourable outcome for someone.

Intj

An exclamation of joy following a favorable outcome.

Concepten

resultaat

uitkomst

gevolg

voortkomen

uitvloeisel

volgen

afloop

uitslag

resulteren

uitkomen

voortvloeisel

afstammen

effect

voortspruiten

consequentie

het gevolg zijn van

ontspruiten

bevinding

opleveren

leiden tot

uitlopen

uitlopen op

voortvloeien

succes

welslagen

besluit

belenden

behalen

bereiken

besturen

brengen

geleiden

grenzen aan

inhalen

leiden

reiken tot

uitdraaien op

uitgaan

uitstappen

uitstijgen

uittreden

voeren

eindresultaat

aflopen

het gevolg zijn van

uitwerking

conclusie

samenvatting

opbrengst

vrucht

tot gevolg hebben

veroorzaken

corollarium

voortvloeien uit

nasleep

einde

daarop volgen

erop volgen

Met koppelteken als

re‧sult

Uitgesproken als (IPA)

/ɹɪˈzʌlt/

Etymologie (Engels)

Recorded since 1432 as Middle English resulten, from Medieval Latin resultare, in Classical Latin "to spring forward, rebound", the frequentative of the past participle of resilio (“to rebound”), from re- (“back”) + salio (“to jump, leap”).

Zinnen

It is one of the most painful conditions and can result in depression .

Het is een van de meest pijnlijke aandoeningen en kan leiden tot depressie.