protect

Betekenis (Engels)

1. To keep safe; to defend; to guard; to prevent harm coming to.
2. To book a passenger on a later flight if there is a chance they will not be able to board their earlier reserved flight.

Concepten

beschermen

behoeden

beveiligen

beschutten

dekken

bewaren

bekleden

overtrekken

vrijwaren

hoeden

coveren

verdedigen

in veiligheid brengen

veilig stellen

bewaken

bedekken

beleggen

toedekken

bewaren voor

verweren

afweren

gastvrijheid verlenen aan

onder dak brengen

onderdak bieden

assureren

beloven

betuigen

borg staan voor

garanderen

nakomen

naleven

sponsoren

toezeggen

uitloven

uitvoeren

verrichten

vervullen

verzeggen

verzekeren

voltrekken

waarborgen

de wacht hebben

waken over

aanbrengen

aandoen

aankleden

aannemen

aantrekken

accepteren

bepleisteren

kleden

omkleden

ontvangen

opbrengen

opleggen

pleisteren

staan

stukadoren

behangen

behartigen

behouden

bergen

handhaven

waarnemen

opkomen voor

overdekken

verdekken

afschermen

bemoederen

chaperonneren

in bescherming nemen

afdekken

opkomen

patroneren

pleiten

preserveren

weren

saven

beletten

bemoeilijken

voorkomen

Uitgesproken als (IPA)

/pɹəˈtɛkt/

Etymologie (Engels)

Attested in English since 1530, from Latin prōtēctus (“covered, protected”), past participle of prōtegere (“to cover the front, protect”) from prō, prō- (“before, in front of”) + tegere (“to cover”), see tegument. Displaced native Middle English shelden, from Old English sċildan (“to protect,” literally “to shield”).