needy

Betekenis (Engels)

  1. In need; poor.
  2. Desiring constant affirmation; lacking self-confidence.
  3. Needful; necessary.

Concepten

armlastig

onbezet

opengevallen

vacant

hulpbehoevend

kommerlijk,

indigent

armelijk

Frequentie

C2
Uitgesproken als (IPA)
/ˈniːdi/
Etymologie (Engels)

From Middle English nedy, nedi (“necessitous”), from Old English nēdiġ, *nīediġ ("of need, obligated, compelled"; found in the derivative nīediġnes (“obligation”)), from Proto-Germanic *naudigaz (“of need, forced, compelled”), equivalent to need + -y. Cognate with Scots nedy, neidy (“needy, necessitous, impoverished”), Saterland Frisian niedich (“miserable, poor, wretched, needy”), Saterland Frisian nöödich (“necessary, needful”), West Frisian nedich (“needful, needed”), Dutch nodig (“necessary”), Middle Low German nōdich (“necessary, urgent, by requirement”), German nötig (“necessary, needful”), Danish nødig (“necessary”), Swedish nödig (“necessary”), Icelandic nauðugur (“constrained”).

Markeer dit

Verbeter je uitspraak

Engels

Begin met het leren van Engels met learnfeliz .

Oefen het spreken en onthouden van " needy " en vele andere woorden en zinnen in Engels .

Ga naar onze Engels cursuspagina

Notes

Sign in to write sticky notes

Questions