job
Betekenis (Engels)
-
- A task.
- An economic role for which a person is paid.
- Plastic surgery.
- A sex act.
- A task, or series of tasks, carried out in batch mode (especially on a mainframe computer).
- A public transaction done for private profit; something performed ostensibly as a part of official duty, but really for private gain; a corrupt official business.
- (informal) A robbery or heist.
- Any affair or event which affects one, whether fortunately or unfortunately.
- (colloquial) A thing or whatsit (often used in a vague way to refer to something whose name one cannot recall).
- (slang) The police as a profession, act of policing, or an individual police officer.
Concepten
baan
werk
taak
betrekking
ambt
werkkring
job
plaats
arbeid
beroep
karwei
functie
opdracht
emplooi
opgave
vak
dienst
post
klus
arbeidsplaats
wachtpost
magazijn
provisiekamer
provisiekast
voorraadkamer
werkgelegenheid
onderneming
afdeling
eetservies
geleding
sectie
servies
lokaal
lokaliteit
oord
plein
plek
ruimte
zetel
opgaaf
boodschap
commissie
zaak
werkplek
handelen in
knoeien
uitvoeren
verhuren
procedure
bedrijfstak
bedrijvigheid
professie
actietaak
corvee
werktaak
ambtsbezigheid
rol
project
projekt
bedrijf
moeite
poging
streven
aanwensel
gebruik
gewenning
gewoonte
hebbelijkheid
inzet
toepassing
usance
Frequentie
Uitgesproken als (IPA)
/d͡ʒɒb/
Etymologie (Engels)
From the phrase jobbe of work (“piece of work”), of uncertain origin. Perhaps from a variant of Middle English gobbe (“mass, lump”); or perhaps related to Middle English jobben (“to jab, thrust, peck”), or Middle English choppe (“piece, bargain”). More at gob, jab, chop.
Verbeter je uitspraak
Begin met het leren van Engels met learnfeliz .
Oefen het spreken en onthouden van " job " en vele andere woorden en zinnen in Engels .
Ga naar onze Engels cursuspagina