hag
Betekenis (Engels)
-
- A witch, sorceress, or enchantress; a wizard.
- An ugly old woman.
- An evil woman.
- A fury; a she-monster.
- A hagfish; one of various eel-like fish of the family Myxinidae, allied to the lamprey, with a suctorial mouth, labial appendages, and a single pair of gill openings.
- A hagdon or shearwater; one of various sea birds of the genus Puffinus.
- (obsolete) An appearance of light and fire on a horse's mane or a person's hair.
- The fruit of the hagberry, Prunus padus.
- (slang) Sleep paralysis.
Concepten
heks
tovenares
furie
helleveeg
taart
lelijk wijf
wijf
magiër
tovenaar
Frequentie
Uitgesproken als (IPA)
/hæɡ/
Etymologie (Engels)
From Middle English hagge, hegge (“demon, old woman”), shortening of Old English hægtesse, hægtes (“harpy, witch”), from Proto-West Germanic *hagatussjā. Cognate with Saterland Frisian Häkse (“witch”), Dutch heks, German Hexe (“witch”). Doublet of hex.
Cognate met Nederlands
heks
Cognate met Duits
Hexe
Cognate met Engels
hew
Cognate met Nederlands
hagen
Verbeter je uitspraak
Begin met het leren van Engels met learnfeliz .
Oefen het spreken en onthouden van " hag " en vele andere woorden en zinnen in Engels .
Ga naar onze Engels cursuspagina
Notes
Sign in to write sticky notes