kingdom

Betekenis (Engels)

  1. A realm having a king and/or queen as its actual or nominal sovereign.
  2. A realm, region, or conceptual space where something is dominant.
  3. A rank in the classification of organisms, below domain and above phylum; a taxon at that rank (e.g. the plant kingdom, the animal kingdom).

Concepten

koninkrijk

rijk

dierenrijk

plantenrijk

heerschappij

staat

kracht

macht

mogendheid

sterkte

bestuur

bewind

koningschap

regering

koninkrijk

koninkrjik

terrein

Frequentie

B2
Met koppelteken als
king‧dom
Uitgesproken als (IPA)
/ˈkɪŋdəm/
Etymologie (Engels)

From Middle English kingdom, kyngdom, from Old English cyningdōm from Proto-Germanic *kuningadōmaz, equivalent to king + -dom. Cognate with Scots kingdom, West Frisian keuningdom, Dutch koningdom, German Königtum, Danish kongedømme, Swedish kungadöme, and Icelandic konungdómur. Etymology tree Old English cyningdōm Middle English kingdom English kingdom

Markeer dit

Verbeter je uitspraak

Engels

Begin met het leren van Engels met learnfeliz .

Oefen het spreken en onthouden van " kingdom " en vele andere woorden en zinnen in Engels .

Ga naar onze Engels cursuspagina

Notes

Sign in to write sticky notes

Questions