amount

Betekenis (Engels)

Noun

1. The total, aggregate or sum of material (not applicable to discrete numbers or units or items in standard English).
2. A quantity or volume.
3. The number (the sum) of elements in a set.

Verb

1. To total or evaluate.
2. To be the tantamount to; to reach up to the level of.
3. (obsolete) To go up; to ascend.

Concepten

hoeveelheid

aantal

bedrag

getal

tal

som

kwantiteit

sterkte

somma

bedragen

saldo

boel

grootheid

summa

totaal

totaalbedrag

totaalcijfer

resulteren

uitkomen

volgen

voortkomen

voortspruiten

voortvloeien

grootte

kwantum

quantum

belenden

behalen

bereiken

besturen

brengen

geleiden

grenzen aan

inhalen

leiden

leiden tot

reiken tot

uitdraaien op

uitgaan

uitlopen

uitlopen op

uitstappen

uitstijgen

uittreden

voeren

komen op

uitkomen op

belopen

neerkomen

quant

afmeting

maat

aggregaat

geldsom

samenstellen

Uitgesproken als (IPA)

/əˈmaʊnt/

Etymologie (Engels)

From Middle English amounten (“to mount up to, come up to, signify”), from Old French amonter (“to amount to”), from amont, amunt (“uphill, upward”), from the prepositional phrase a mont (“toward or to a mountain or heap”), from Latin ad montem, from ad (“to”) + montem, accusative of mons (“mountain”).

Zinnen

The film contains a judicious amount of kicking and slapping .

De film bevat een oordeelkundige hoeveelheid schoppen en slaan.