Duits
B1

tritt

Betekenis

  1. inflection of treten: ## third-person singular present ## singular imperative
  2. inflection of treten: ## third-person singular present ## singular imperative

treten

  1. to step, to walk (a short distance)
  2. to appear
  3. to come into a state implied by a phrase.
  4. to step; to tread; to trample
  5. to kick
  6. to step; to tread
  7. to step (on)
  8. to pedal

Markeer dit

Verbeter je uitspraak

Probeer het volgende uit te spreken: " tritt "
Duits

Begin met het leren van Duits met learnfeliz .

Oefen het spreken en onthouden van " tritt " en vele andere woorden en zinnen in Duits .

Ga naar onze Duits cursuspagina

Comments

Ga door met Duits Duits