selten

Betekenis (Engels)

Adj

1. (not-comparable) rare, infrequent, uncommon, scarce
2. (not-comparable) unusual, curious

Adv

1. seldom; rarely
2. (informal) unusually; extremely

Concepten

zelden

zeldzaam

schaars

karig

kostbaar

ongemeen

schraal

schriel

zeldzame

bij exceptie

bij uitzondering

sporadisch

weinig

zelden of nooit

afzonderlijk

apart

gescheiden

hoofdzakelijk

in het bijzonder

inzonderheid

speciaal

terzijde

vaneen

vooral

voornamelijk

Uitgesproken als (IPA)

/ˈzɛltən/

Etymologie (Engels)

From Middle High German selten, selden, from Old High German seltan, from Proto-Germanic *seldanē. Cognate with English seldom, Saterland Frisian säilden (“seldom”), West Frisian selden, komselden (“rare, seldom”), Dutch zelden, Danish sjælden, Norwegian sjelden, Swedish sällan, Faroese sjáldan, Icelandic sjaldan.

Zinnen

Nur selten kam Falco in seine Heimat Österreich zurück , Konzerte wurden selten abgehalten .

Falco kwam zelden terug naar zijn thuisland Oostenrijk, concerten werden zelden gehouden.