heftig

Betekenis (Engels)

fierce, heavy, vehement, severe, violent

Concepten

scherp

fel

bijtend

doordringend

guur

schel

schril

snerpend

acuut

helder

druk

heftig

hevig

hatelijk

gejaagd

onrustig

rusteloos

woelig

geweldig

snijdend

vlijmend

puntig

spits

woest

voorbijgaand

ad rem

fijn

gekuist

gevat

snedig

spitsvondig

subtiel

geestig

zuur

bitter

kras

kwiek

levendig

opgewekt

rap

tierig

vief

wakker

bang

beducht

bekommerd

bezorgd

ongerust

zorgelijk

bits

snibbig

kruidig

pikant

prikkelend

merkwaardig

op de voorgrond tredend

opmerkelijk

prominent

uitstekend

vooruitstekend

sterk

voorbijgaand

bar

hard

hartstochtelijk

vooruitstrevend

gewelddadig

wild

Met koppelteken als

hef‧tig

Uitgesproken als (IPA)

/ˈhɛftɪç/

Etymologie (Engels)

From Middle High German heftec, from Old High German heiftig, probably from or related to Proto-West Germanic *haifsti (“struggle, conflict”). Compare Yiddish העפֿטיק (heftik). Probably influenced by Middle High German heifte (“impetuous”).