kommen aus

Betekenis

  1. (first-person,form-of,plural,present,third-person) inflection of auskommen:
  2. (first-person,form-of,plural,subjunctive-i,third-person) inflection of auskommen:

Nieuw
auskommen

  1. (class-4,strong) to get along
  2. (class-4,strong) to be able to get by
  3. (Germany,Western,Westphalia,class-4,regional,strong) to be fitting or convenient
  4. (class-4,strong) to succeed, to work out
  5. (archaic,class-4,literally,strong) to break out, to hatch, to go out

Markeer dit

Verbeter je uitspraak

Duits

Begin met het leren van Duits met learnfeliz .

Oefen het spreken en onthouden van " kommen aus " en vele andere woorden en zinnen in Duits .

Ga naar onze Duits cursuspagina

Notes

Sign in to write sticky notes

Questions