eintreten

Betekenis

1. (class-5,strong) to enter, to come into
2. (class-5,strong) to occur, to eventuate
3. (class-5,strong) to join a club association etc. [with in (+ accusative)]
4. (class-5,strong) to advocate, to support, to stand for, to champion [with für (+ accusative)]
5. (class-5,strong) to kick [with auf (+ accusative)]
6. (class-5,strong,transitive) to open (something e.g. a door) by kicking
7. (class-5,reflexive,strong) to get something in one's foot by stepping on it [with accusative]
8. (class-5,strong) to wear in (shoes)

Uitgesproken als (IPA)

/ˈʔaɪ̯ntʁeːtən/

Etymologie

ein- + treten

Zinnen

Dafür sollten wir eintreten !

Daar zouden we voor moeten opkomen!

Keine Religion , in die man erst als Erwachsener eintreten kann , hat sich etablieren können .

Geen religie die u alleen als volwassene kunt binnenkomen, heeft zich kunnen vestigen.

Wir im Europäischen Parlament müssen für einen fairen Wettbewerb eintreten .

Wij in het Europees Parlement moeten opkomen voor eerlijke concurrentie.