besitzen

Betekenis (Engels)

  1. (class-5,strong) to own, to possess
  2. (class-5,strong) to have

Concepten

erop nahouden

rijk zijn

eigenaar zijn van

rijk zijn

Frequentie

B2
Met koppelteken als
be‧sit‧zen
Uitgesproken als (IPA)
/bəˈzɪtsən/
Etymologie (Engels)

From Middle High German besitzen, from Old High German bisizzen, from Proto-Germanic *bisitjaną, Equivalent to be- + sitzen. Cognate with Norwegian Bokmål besitte, Danish besidde, Dutch bezitten, English besit, Swedish besitta, Gothic 𐌱𐌹𐍃𐌹𐍄𐌰𐌽 (bisitan).

Markeer dit

Verbeter je uitspraak

Duits

Begin met het leren van Duits met learnfeliz .

Oefen het spreken en onthouden van " besitzen " en vele andere woorden en zinnen in Duits .

Ga naar onze Duits cursuspagina

Notes

Sign in to write sticky notes

Questions