Flügel

Betekenis

1. (masculine,strong) wing (of a bird, airplane, etc.)
2. (masculine,strong) leaf (of a door or window)
3. (masculine,strong) casement or sash (of a window)
4. (masculine,strong) blade or vane (of a propeller, impeller or turbine)
5. (masculine,strong) wing (lateral part, especially of a building)
6. (masculine,strong) grand piano
7. (abbreviation,alt-of,masculine,strong) Short for Schwimmflügel (“water wing, armband, swimmy”).

Met koppelteken als

Flü‧gel

Geslacht

♂️ Mannelijk

Uitgesproken als (IPA)

/ˈflyːɡəl/

Etymologie

From Middle High German vlügel, from Old High German *flugil, from Proto-Germanic *flugilaz. Cognate with Yiddish פֿליגל (fligl), Dutch vleugel, Middle Low German vlȫgel.
The use for the grand piano (18th c.) is due to the similarity in form to a bird’s wing.

Zinnen

Die Flügel sind mit einer feinen dunkelbraunen Sprenkelung versehen .

De vleugels zijn voorzien van een fijne donkerbruine strooi.