zegt…
" Eles Voornaamwoord estão Extra tão Bijwoord acostumados Bijvoeglijk naamwoord comigo Bijwoord que Ondergeschikte conjunctie conhecem Werkwoord minha Bepaler agenda Zelfstandig naamwoord ?", ele Voornaamwoord murmurou Werkwoord .
Voornaamwoord
Extra
Bijwoord
Bijvoeglijk naamwoord
Bijwoord
Ondergeschikte conjunctie
Werkwoord
Bepaler
Zelfstandig naamwoord
Voornaamwoord
Werkwoord
"Zijn ze zo gewend dat ze mijn agenda kennen?" Mompelde hij. " Zijn ze zo gewend dat ze mijn agenda kennen ?" Mompelde hij .
Woorden en zinnen
Nieuw
eles
-
- masculine third-person plural nominative personal pronoun; they
- masculine third-person plural prepositional pronoun; them
- (Brazil) masculine third-person plural personal pronoun used in all positions; they; them
Nieuw
estão
third-person plural present indicative of estar
Nieuw
acostumados
-
masculine plural of acostumado
Nieuw
comigo
prepositional form with com of eu: with me
Nieuw
conhecem
third-person plural present indicative of conhecer
Nieuw
minha
-
feminine singular of meu
Nieuw
agenda
-
- schedule (time-based plan of events)
- agenda (booklet where a schedule is kept)
- planner (a personal phone book)
Nieuw
ele
-
- third-person masculine singular nominative personal pronoun; he; it
- third-person masculine singular prepositional pronoun; him; it
- (Brazil) third-person masculine singular personal pronoun used in all positions; he; him; it
