zegt…
Zij Voornaamwoord is Extra van Adpositie haar Voornaamwoord stoel 🪑 Zelfstandig naamwoord gedonderd Werkwoord terwijl Ondergeschikte conjunctie ze Voornaamwoord haar Voornaamwoord gevallen Werkwoord bestek Zelfstandig naamwoord van Adpositie de Bepaler grond Zelfstandig naamwoord wou Werkwoord rapen Werkwoord .
Voornaamwoord
Extra
Adpositie
Voornaamwoord
🪑
Zelfstandig naamwoord
Werkwoord
Ondergeschikte conjunctie
Voornaamwoord
Voornaamwoord
Werkwoord
Zelfstandig naamwoord
Adpositie
Bepaler
Zelfstandig naamwoord
Werkwoord
Werkwoord
She fell from her chair as she tried to pick up her fallen cutlery from the ground. She fell from her chair as she tried to pick up her fallen cutlery from the ground.
Woorden en zinnen
Nieuw
is
-
third-person singular present indicative of zijn; is, equals
Nieuw
gedonderd
past participle of donderen
Nieuw
haar
-
Third-person singular, feminine object pronoun: her
Nieuw
gevallen
-
- to happen, to occur
- to like, to please
Nieuw
bestek
silverware, cutlery
Nieuw
de
-
the (definite article, masculine and feminine singular, plural)
Nieuw
grond
- ground, dirt, soil
- floor, ground
- ground, land, territory
🪑
Nieuw
stoel
-
- A chair, a piece of furniture used for sitting, normally portable and having four legs.
- Any seat, from stool to throne; a dais.
- The base on which something rests, e.g. platform; something fixed on it, notably a workbench.
- A place of residence, headquarters, powerbase.
- A receptacle, stool, a type of stump.
- (obsolete) A confessional chair.
- (obsolete) Fecal stool.
- (obsolete) A toadstool, a mushroom.
Nederlands 