zegt…
Woorden en zinnen
🆙
Nieuw
op
-
- up
- onto, up onto
- Used in separative verbs meaning “to go away” with rude connotations.
Nieuw
donderdag
Thursday
Nieuw
doe
-
- inflection of doen:
- inflection of doen:
- inflection of doen:
Nieuw
ik
I (first-person singular personal pronoun)
Nieuw
karate
karate (Japanese martial art)