zegt…
Neemt Werkwoord u Voornaamwoord mij Voornaamwoord niet 🚫 Bijwoord kwalijk 👎 Bijvoeglijk naamwoord dat Ondergeschikte conjunctie mijn Voornaamwoord toespraak Zelfstandig naamwoord wat Voornaamwoord lang Bijvoeglijk naamwoord was Extra .
Werkwoord
Voornaamwoord
Voornaamwoord
🚫
Bijwoord
👎
Bijvoeglijk naamwoord
Ondergeschikte conjunctie
Voornaamwoord
Zelfstandig naamwoord
Voornaamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
Extra
Excuse me if my speech was a bit long. Excuse me if my speech was a bit long.
Woorden en zinnen
neemt
- inflection of nemen: ## second/third-person singular present indicative ## (archaic) plural imperative
- inflection of nemen: ## second/third-person singular present indicative ## (archaic) plural imperative
mij
objective form of ik (“I”): me
🚫
niet
-
Not, no: used to express negation.
👎
kwalijk
- bad, undesirable
- difficult
dat
-
that (neuter); referring to a thing or a person further away.
mijn
-
belonging to me: my
wat
-
- what: e.g. (1) asking for a subject complement; (2) asking for a sentence object
- what: e.g. (1) as the object of a sentence; (2) ditto
- that: e.g. (1) modifying an indefinite pronoun like iets, niets, alles or het enige; (2) modifying an adjective that is used as a noun, usually a superlative
- which: e.g. (1) modifying the demonstrative pronouns dat and datgene; (2) referring back to an entire sentence
- something: e.g. (1) as subject; (2) as subject complement
lang
-
- long
- tall
- long (time), lengthy, a long time