zegt…
Il 👨 Voornaamwoord se Voornaamwoord trouve Werkwoord dans Adpositie le Bepaler même Bijvoeglijk naamwoord bâtiment Zelfstandig naamwoord que Ondergeschikte conjunctie le Bepaler musée Zelfstandig naamwoord du transport Zelfstandig naamwoord .
👨
Voornaamwoord
Voornaamwoord
Werkwoord
Adpositie
Bepaler
Bijvoeglijk naamwoord
Zelfstandig naamwoord
Ondergeschikte conjunctie
Bepaler
Zelfstandig naamwoord
Zelfstandig naamwoord
Het bevindt zich in hetzelfde gebouw als het transportmuseum. Het bevindt zich in hetzelfde gebouw als het transportmuseum .
Woorden en zinnen
👨
il
- he (third-person singular masculine subject pronoun for human subject)
- it (third-person singular subject pronoun for grammatically masculine objects)
- Impersonal subject; it
dans
-
- in, inside (enclosed in a physical space, a group, a state)
- to (indicates direction towards certain large subdivisions, see usage notes)
- in, within (a longer period of time)
- during
- out of, from
- in; in the works of
- (colloquial) Used in dans les (“about, around”)
même
-
even
bâtiment
- building, edifice
- building industry, construction
- ship or boat
- warship
le
-
- the (definite article)
- Used before abstract nouns; not translated in English.
- Used before the names of most countries, many subnational regions, and other geographical names including names of lakes and streets; not translated into English in most cases.
- the; my, your, etc.
- a, an, per
- on
musée
museum
du
-
Contraction of de + le (“of the”)
se
- The third-person reflexive and reciprocal direct and indirect object pronoun.
- The third-person reflexive and reciprocal direct and indirect object pronoun.
- The third-person reflexive and reciprocal direct and indirect object pronoun.
- The third-person reflexive and reciprocal direct and indirect object pronoun.
- The third-person reflexive and reciprocal direct and indirect object pronoun.
- The third-person reflexive and reciprocal direct and indirect object pronoun.
- The second-person plural reflexive and reciprocal direct and indirect object pronoun.